Zolang


onze liefde één koesterende warmte in een

alles overkoepelende uitdijende ruimte is

waarin we onszelf kunnen zijn en onze

innerlijke drijfveren een plaats kunnen vinden,

de aantrekkingskracht in het gelijke ritme

van eb en vloed blijft bestaan,


is het eenvoudig lief te hebben.



Joke van der Ark

Nr. 469 – 27 april 2006