Al wat mij rest


Een zoon heb ik gebaard,

met liefde groot gebracht.

Hij heeft zijn keus gemaakt,

het leger leek hem wat.

In vredestijd was dat

te doen. Dat dachten wij

toen ook.

Maar nu hij ergens

ver van hier

voor ‘wereldvrede’ vecht

denk ik –

blijf alsjeblieft gespaard

het is zo akelig echt,

raak ook geestelijk

niet gewond

als je –

een ander raakt.

Die ander – die ook

een moeder heeft

ergens op dees’aard

die ook in bange nachten.

- Ik kom er

niet meer uit.

Al wat mij rest is wachten.



Joke van der Ark

Nr. 108 – januari 1991