Een stervende zwaan

 

Dun en doorzichtig als lampenglas, raar

genoeg kan ze de warmte verduren

die ze ontwikkelt door vele uren

te trainen, zich onbewust van het gevaar

 

dat het werken zonder brandstof voor haar

lichaam betekent. Ondanks de kuren

is ze in staat het lijf te besturen

tot aan het uiterste zonder bezwaar.

 

Nog schittert haar ster aan de hemelboog,

nog kan ze zich in de dans laten gaan

vederlicht zwevend, dan krachtig omhoog.

 

Reserve raakt op, straks is het gedaan.

Bewust dat ze tegen zich zelve loog

en nooit meer zal dansen, sterft ze, ‘De Zwaan’.

 

 

Joke van der Ark

Nr. 142 – april 1991