Schaamteloze derde

 

Konden wij de woorden lezen

die nooit opgeschreven werden,

uitgesproken door een lijden,

zacht gefluisterd, niet voor derden.

Uitingen van pijn en liefde

zweven tastbaar om ons heen,

niet te plukken, niet te grijpen

gaan ze ons door merg en been,

 

blijven daar een wijle hangen

diep doordringen in ons hart,

pas als wij hebben ervaren

-het groot geluk, de diepe smart-

gaan we tussen regels lezen,

wordt een blad vol dode zinnen

door ons tot leven opgewekt,

komen beelden bij ons binnen.

 

Door emoties overdonderd

méér te lezen dan er staat,

voelen wat er echt bedoeld wordt,

weten dat het dieper gaat,

één voor één de woorden lichtend,

speurend wat er onder ligt,

gedachten passend als een puzzel

opspringend uit een gedicht.

 

Konden wij de woorden lezen

die nooit opgeschreven werden,

 

zouden wij dan blozen

als schaamteloze derden.

 

 

Joke van der Ark

Nr. 248 – 6 september 1994