Leven als een poes

 

Als ik in een volgend leven

een poes zou moeten zijn,

in wat voor soort, in wat

voor vel voel ik me dan fijn?

 

In elk geval niet in zo’n kale,

ik heb het steevast véél te koud,

ook niet in zo’n dikke bontjas,

die is me net iets te benauwd.

 

Wellicht word ik zo’n mooie rooie,

ja, daar voel ik wel wat voor,

of juist een klein en tenger ding,

ik kan er dan héél snel vandoor

 

als zo’n kleffe krolse kater

mij voor zijn gerief wil pakken,

of zou ik dat juist willen en

met plezier gaan sletterbakken?

 

Zou ik als een nuffig beest

sjiek eten en me laten aaien

of word ik een vrijgevochten dier

dat zich niet hecht en niet laat paaien?

 

Zou ik bij kinderen willen wonen

en met me laten sollen

net doen of ik het niet zie en

achter een nepmuis hollen?

 

Ach ik zou het echt niet weten,

laat ik hier nog maar wat blijven

zodat ik in mijn mensgedaante

zin en onzin op kan schrijven.

 

 

Joke van der Ark

Nr. 401 - 13 april 2002