Een dag(je) Antwerpen

In de vakantie gingen we met het gezin een dagje naar Antwerpen. Daar aangekomen volgden we de borden die ons naar een parkeergarage leidden. Voor een paar grote liftdeuren moesten we stoppen. Een man beduidde ons uit te stappen en zei dat we de sleutels in de auto moesten laten. We vonden dat wel vreemd maar deden toch wat er van ons gevraagd werd.
De deuren gingen open … en daar verdween onze auto. We hadden nog nooit zoiets gezien. Vooral mijn zoon was onder de indruk. Giechelend over onze verbaasde gezichten trokken we de stad in. Het werd een reuze gezellige dag. Van te voren hadden we bepaald dat we niet zo laat naar huis zouden gaan. Dus togen we om een uur of vijf richting garage. Om de auto af te halen moesten we aan de andere kant van het wonderlijke geheel zijn. Het was druk zagen we, dat werd dus wachten. Toen we de wachtende mensen naderden, vingen we flarden van gesprekken op. De enige lift die vanmorgen nog in gebruik was, was nu ook kapot. Er werd hard gewerkt om hem te repareren. Veel mensen bleven wachten, anderen, waaronder wij, meldden zich bij de balie en gingen naar een terrasje dat zich gelukkig op de volgende hoek bevond. Daar ontdekten we dat de zijkant van de garage grote ramen had, we konden de auto’s zo zien staan, ieder in zijn eigen hokje. Er kwamen steeds meer mensen, tevergeefs, hun auto halen. Na een uur op het terras gezeten te hebben, waren we het zat en sloten ons bij de wachtenden aan. Iemand vertelde ons nog nooit problemen gehad te hebben. Een ander zei dat er altijd wel wat aan de liften mankeerde. Het euvel bleek op dat moment niet te repareren. Hoe ze het precies deden weet ik niet maar mondjesmaat kwamen de auto’s te voorschijn. Iedereen keek vol verwachting naar de deuren, af en toe een kreet van vreugde of teleurstelling slakend.
Niemand was echt boos. Gelaten wachtten we met z’n allen af. Na ongeveer twee uur kwam onze auto te voorschijn. Zo snel als we konden hebben we Antwerpen verlaten. Als we ooit weer een dagje naar welke stad dan ook gaan, zullen we eerst goed kijken waar en hoe we onze auto achterlaten.


Joke van der Ark