Pannenkoeken

Jaap en Mientje hadden, hun goede vrienden, Adrie en Trudy op visite en het was heel gezellig. De mannen waren aan de borrel en de dames aan de advocaat met slagroom. Na een poosje kregen ze wel trek en nadat de mannen een paar keer herhaald hadden dat ze eigenlijk wel trek hadden, ging Mientje pannenkoeken bakken.
“Laten we een wedstrijdje doen wie de meeste op kan”, stelde Jaap voor. “Dan wedden we om een fles jenever.”
“Dat is goed,” zei Adrie.
Binnen de kortste keren stond er een grote stapel overheerlijke pannenkoeken op tafel waar ze meteen op aan vielen. In het begin ging het gelijk op maar op een gegeven moment bleef Adrie toch wat achter.
“Eet eens door, anders verlies je het van me,” zei Jaap.
“Ik doe mijn best, maar zo vlug als jij kan ik het niet”.
Wat hij niet zag was, dat Bobbie de hond aan de voeten van Jaap geregeld z’n bek aflikte.
Jaap won de fles jenever maar heeft hem, eerlijk is braaf, samen met Adrie soldaat gemaakt.



Uit het leven van een Zeeuwse fruitteler en tuinder.
Jaap de Glopper, Schouwen Duiveland, 4 januari 1919 / 5 januari 2007
Opgetekend door Tiny de Glopper. Bewerkt door Joke van der Ark