Aan tafel


‘Dat oma iedere dag hier was

om mij te helpen, vond ik reuze fijn,

maar ik vind het ook heerlijk

om weer met z’n drietjes te zijn.’


‘Met z’n vieren hoor mam!’ ‘Dat klopt,

maar pas als Aukje zitten kan,

eten we aan tafel met z’n allen.

Dan krijgt zij net als jij een boterham.’


‘Toch zeker eerst in kleine stukjes!’

roept Jeroen geschrokken.

Hij ziet zijn kleine zusje al een

hele boterham naar binnen schrokken.


‘Natuurlijk,’ zegt mama, eerst stukjes brood,

dan hapjes fruit en groente. Net als jij

dat vroeger kreeg.’ ‘Maar mam,

dan moet er wel wat appelmoes bij,


anders vindt ze het vast niet lekker.’

‘Ja, maar ik zal er niet teveel bij doen

want ze moet alle smaken leren proeven.

Wat lief, dat je er aan dacht, Jeroen.’


Pagina 31