Dubbeldik


Traag, zeer traag

liepen ze rond, als de grote

op de twaalf zou staan,

dat was dus bovenaan en de

kleine op de drie, dat was

- als je naar de klok keek -

aan de kant van het handje

waarmee het kruisje werd gemaakt.


Steeds, steeds weer opnieuw

keken we of het nog geen tijd was

voor de winkel van ‘Jamin’,

die toen, zondags,

voor een paar uur open ging,

er was ons snoep beloof of ijs,

misschien een dubbeldikke

met chocola…



Joke van der Ark

Nr. 200 – april 1993