Reizen door de nacht


wil ik met jou samen

zodat ik mij onderweg

kan koesteren aan de

warmte van jouw lijf,


beelden wil ik zien

die zich, opgeroepen

door jouw teder strelen,

aan mij openbaren,


gelijk het zicht vanaf

een schip dat langzaam

langs een heldere

sterrenhemel glijdt


en aangekomen

in de vroege morgen

nog even blijven liggen,

nagenietend van de reis


eer wij worden opgeslokt

door een werkelijkheid

waaruit ik mij

maar al te graag


teder laat ontvoeren.



Joke van der Ark

Nr. 460 – 12 december 2005