De nacht


Soms word ik wakker,

dan komt het weer.

Een angstig gevoel,

ooit…, ben ik niet meer.

Ik zoek een houvast,

maar vind het niet.

De zin van het leven,

de vreugd, het verdriet.


De nacht is zo machtig,

zo mysterieus.

Ik moet er uit,

mij rest geen keus.

Blijft er dan niets?

O, al die vragen,

ik vind geen antwoord

het is niet te verdragen.


Eeuwig te leven

hoe zou dat zijn?

Ook die gedachten

vind ik niet fijn.

Men gaat gewoon dood,

er is niets aan te doen.

Het is een gegeven.

Nu, straks en toen.



Joke van der Ark

Nr. 006 -15 september 1989