Meanderen
Langzaam stromend, ingebed
de blik beperkt tot beide oevers
het handje warm omsloten
soms klimmend op de wallekant.
Pubertij spoelt snelle stromen
dwars door de bescherming heen,
tastend, zoekend naar een houvast,
meanderend langs rots en steen.
Bezeerd aan al te scherpe randen
blijven ze een stuk langszij,
tot ze langzaam aan volwassen
spoelen over land en klei.
Losgeweekt maar nog wat schuchter
schuren ze een bedding in,
tot zij breed en diep genoeg is
voor een nieuw steeds nieuw begin.
Joke van der Ark
Nr. 193 januari 1993