Over de grenzen


Het zweemt haar nu weer voor de ogen

waar het lang te laat voor was,

door eigen denken reeds bedrogen,

mee te maken wat ze las.

Het kon nu weer, zou ze het wagen?

Ze vroeg aan menigeen om raad,

dacht alleen aan haar verlangen,

niet verder dan die ene daad.


Het zou groeien in een ruimte

geschikt gemaakt voor de ontvangst,

met kunst en vliegwerk weer behangen,

ze voelt zich jong en zonder angst.

Aan later wil ze nog niet denken,

alleen aan dat wat leeft in haar.

Ze zal er zeker goed voor zorgen,

overwinnen elk bezwaar.


Ze waant zich in een roze wereld,

hoort het kirrend lachje reeds

dat straks haar leven zal verrijken

- jong – en vrolijk om haar steeds.

Het zal naar school gaan en veel leren,

groeien naar zelfstandigheid…

Dat ze dat nog mag beleven,

veel rest er niet, geen zee van tijd.


Zal het haar dan later danken,

of – op zoek gaan – haar verachten.


Ze weet het niet, de twijfel rijst.


Mag zij nu nog wel verwachten?



Joke van der Ark

Nr. 221 – januari 1994