Een enkele reis
De kilte dringt door merg en been,
ze loopt wat rond, -
namen flitsen door haar hoofd,
gezichten die vervloeien. Zijn zij
van hun illusies ooit beroofd…?
Geworden en geworpen, hulpeloos en klein.
Anderen moeten eerst ogen en handen zijn,
veilig warm, onschuldig nog gewiegd tot slaap
doch ’t leven kent geen mededogen voor
wie zich aan een droom vergaapt.
Het dreunt en dreunt, de trein die komt
één stap en al ’t geluid verstomd.
Joke van der Ark
Nr. 302 – oktober-