Een enkele reis


De kilte dringt door merg en been,

ze loopt wat rond, - waar moet ze heen -

namen flitsen door haar hoofd,

gezichten die vervloeien. Zijn zij

van hun illusies ooit beroofd…?


Geworden en geworpen, hulpeloos en klein.

Anderen moeten eerst ogen en handen zijn,

veilig warm, onschuldig nog gewiegd tot slaap

doch ’t leven kent geen mededogen voor

wie zich aan een droom vergaapt.


Het dreunt en dreunt, de trein die komt

één stap en al ’t geluid verstomd.



Joke van der Ark

Nr. 302 – oktober-/december 1995