Toen


Kleedde de nacht zich aan

en ging op stap met mijn gedachten,

terug naar ’t kind

dat spelend door de straat


naar oma liep, zich aan haar

aandacht warmde, de verliefde tiener,

de jonge moeder, wakker

bij de eerste kik als ’t kleintje riep.


Ik zweefde in die nacht

door de leerschool van het leven,

zag de tijd boetseren aan mijn lijf,

rimpels verschijnen in de gladde huid


terwijl de geest gevoed werd door

het zijn, de blijheid en de pijn

eer ik weer terug was in het nu

en de slaap mij stil omarmde.



Joke van der Ark

Nr. 349 – februari 2000