Ach en wee
Ach dubbeltje wat mis ik jou
je weet toch dat ik van je hou.
Men nam ons onze centen af,
dacht dat er niemand iets om gaf.
De prijzen lijken gehalveerd,
de oude tijden weergekeerd.
Ik denk nog iedere dag aan jou
omdat ik zoveel van je hou.
Het moest zo nodig in het groot
om dat jij geen expansie bood.
Mijn beursje huilt van ach en wee
en zeult nu braaf mijn euro’s mee.
Ach dubbeltje wat mis ik jou
je weet toch dat ik van je hou.
Ze namen mij het liefste af
waar ‘k de allerlaatste cent voor gaf.
De prijzen lijken gehalveerd,
de oude tijden weergekeerd.
Ik denk nog iedere dag aan jou
omdat ik zoveel van je hou.
De gulden weg, ons volk in nood,
je was niet ziek maar moest toch dood.
Mijn beursje huilt van ach en wee
en zeult nu braaf mijn euro’s mee.
Ach dubbeltje wat mis ik jou
je weet toch dat ik van je hou.
Ik weet het wel, het is ook maf
dat ik zo zielsveel om je gaf.
De prijzen lijken gehalveerd,
de oude tijden weergekeerd.
Ik denk nog iedere dag aan jou
omdat ik zoveel van je hou.
Ik had genoeg aan wat jij bood,
vertrouwd gevoel als dagelijks brood.
Mijn beursje huilt van ach en wee
en zeult nu braaf mijn euro’s mee.
Mijn beursje huilt van ach en wee
en zeult nu braaf mijn euro’s mee.
Joke van der Ark
Nr. 392 – 25 januari 2002