Mijn eigenzinnig kind
Vanaf de berg waarop ik
een gezin gesticht had
voedde ik jou op, mijn kind.
Lang was ik de enige stroom,
mijn dijken waren hoog,
beschermend en afwijzend.
Ik zwoegde als een otter,
en probeerde als een bever
dammen op te werpen
toen ik merkte dat de boze
buitenwereld jou lokte
en invloed op je had.
Nieuwsgierig, ondernemend
als jij was, slechtte je die
dammen van binnenuit,
jij wilde juist naar buiten,
kennis maken met wat
ik weerde uit mijn stroom.
Inmiddels heb je het boze
vermengd met het schone,
het eigene met het pure-
egoïsme van een moeder
die alleen het beste wenst
voor haar kind.
Joke van der Ark
Nr. 382 – 15 november 2001