Doorzicht


Het is weer vol, het jaarlijks vat,

het zoveelste op rij.

Weer waren we erbij

en voegden toe, wat elk zo had,


iets wat ons was ontsproten.

Een woord een lied, een lach een traan,

dit alles vloeit een keer tezaam

met dat van tijdgenoten.


Als we, wanneer dit jaar verloopt

en in het geheel van deze eeuw

wordt opgenomen en het teveel

naar het nieuwe overloopt,


door het oppervlak de blik eens slaan,

zien we het ‘nu’ zich aan wat was

spiegelen in de gladde plas

en dat wat ‘was’ niet stil blijft staan.



Joke van der Ark

Nr. 335 – september 1998