Als de dagen krimpen

 

Vederlicht toch krachtig

omhoog en weer omlaag,

een plotselinge wending,

snel en dan weer traag.

 

De mooiste mozaïeken

zomaar en voor niets,

gevormd boven mijn hoofd

terwijl ik huiswaarts fiets.

 

Het maakt iets in me los

een hunkering, ook spijt

om het naderend einde

van de zomertijd.

 

In mijn hoofd muziek

naar de gevlogen lijn,

het dagelijks verkeer

vormt telkens het refrein.

 

 

Joke van der Ark

Nr. 375 – oktober 2001