Leven als een poes
Als ik in een volgend leven
een poes zou moeten zijn,
in wat voor soort, in wat
voor vel voel ik me dan fijn?
In elk geval niet in zo’n kale,
ik heb het steevast véél te koud,
ook niet in zo’n dikke bontjas,
die is me net iets te benauwd.
Wellicht word ik zo’n mooie rooie,
ja, daar voel ik wel wat voor,
of juist een klein en tenger ding,
ik kan er dan héél snel vandoor
als zo’n kleffe krolse kater
mij voor zijn gerief wil pakken,
of zou ik dat juist willen en
met plezier gaan sletterbakken?
Zou ik als een nuffig beest
sjiek eten en me laten aaien
of word ik een vrijgevochten dier
dat zich niet hecht en niet laat paaien?
Zou ik bij kinderen willen wonen
en met me laten sollen
net doen of ik het niet zie en
achter een nepmuis hollen?
Ach ik zou het echt niet weten,
laat ik hier nog maar wat blijven
zodat ik in mijn mensgedaante
zin en onzin op kan schrijven.
Joke van der Ark
Nr. 401 -