Natuur-
Sandelingen-
Vanuit mijn venster
kijk ik naar het verstilde water,
aan de horizon de rijksweg
waar heen en weer gereden wordt;
daarachter nog wat bomen.
Weinig mensen zijn er buiten:
een enkeling slechts en een hond.
Hij loopt daar, zich onbewust
dat ik naar hem zit te kijken,
hij waant zich vrij en onbespied.
Zou hij het willen weten dat ik
erover schrijf, hoe hij daar loopt,
samen met zijn hond?
Ik ken hem niet, die medemens.
Ik ga ‘t hem ook niet zeggen, dat ik
hem gevangen heb in dit gedicht.
Joke van der Ark
Nr. 568 -