Voorbij
Al eerder scheidden onze wegen
hoeveel verdriet dat mij ook deed.
Ik zag je, maar kon niet bij je komen
hoewel ik daar mijn best voor deed.
Later… dacht ik, als je groot bent,
volwassen en alles voor elkaar
zullen we tot elkander komen,
later dacht ik… werkelijk waar.
Later kwam, ik had vertrouwen
je groeide, het ging je voor de wind.
Met ‘ons’ scheen alles goed te komen,
je trouwde de moeder van je kind.
Toen, ineens was het afgelopen,
je kwam niet meer, liet zelfs niets horen,
boos om wat ik deed of naliet,
ik had bij voorbaat al verloren.
‘Je hebt een slechte jeugd gehad!’
Dat kon ik enkel maar beamen,
het viel niet mee voor alle twee,
niet ik, niet jij, maar alles samen.
Als moeder moest ik je wel sturen
al ging je telkens veel te snel,
bijna niet in toom te houden,
je wist het immers zelf al wel
hoe jij je leven in moest richten
zonder hulp of steun van mij.
Ook nu mijn zoon, hoewel volwassen
loop je mij nog steeds voorbij.
Joke van der Ark
Nr. 549 – 19 oktober 2008