Eenmaal wakker in de nacht


tollen mijn gedachten rond,

doorgelaten door soldaten

die niet hebben opgelet

en zo hun plicht verzaakten.


Ik word kwaad en trek van leer,

soebat, ga zelfs smeken.

Ze horen niets, ze maken lol,

dus ... kan ik mijn rust vergeten.


Ten einde raad pak ik een boek

dan wordt het stil daar boven.

Voor ik het nog een keer probeer

laat ik de manschappen beloven


erop toe te zien, dat ongenood bezoek

niet weer de boel op stelten zet,

door elkaar gaat schreeuwen,

en mij de slaap belet.


Maar het hek is van de dam

mijn belagers zijn niet meer te houden.

Ik laat ze maar begaan

en moet erop vertrouwen,


dat het de troepen lukt

ze in het gareel te krijgen.

Zodat het niet nog erger wordt

en ze me zelfs gaan dreigen


door te bonken en te dreunen,

stampen en te slaan met deuren.

Ik houd me stil, bemoei me niet,

lijdzaam laat ik het gebeuren.


Tegen de ochtend zijn ze uitgeput

en liggen ze op apegapen.

Dan kom ik eindelijk tot rust

en ga nog even slapen.



Joke van der Ark

Nr. 634 - 4 april 2011