Mijn denken
stond reeds bij de rand
waar het diepe duister lonkte.
Ik nam het bij de hand,
zag, hoe vergeefsheid pronkte.
Och, laat het toch
sprak ik, maar voelde ook
een sprankje, nog
aanwezig in de hoop
en mijn denken keerde.
Joke van der Ark
Nr. 668 -