Gelukzoekers


zijn als goudzoekers, die

na heel veel proberen iets

van hun gading hopen te vinden,

iets wat aansluit bij hun geest.


Dan, door koorts bevangen, nemen

ze geen genoegen met een beetje,

ze willen meer, alles hebben,

liefst het allermeest.


Daarmee denken ze het geluk

te kunnen dwingen, ze houden

het vast en knijpen het fijn, waardoor

het door hun vingers glipt en


tussen de zorg van alle dag verdwijnt.



Joke van der Ark

Nr. 811 – 31 december 2016