Nog maar aan het begin
van de twintigste eeuw
baarde mijn oma negen kinderen
en bracht ze allemaal groot.
Dat was heel wat, want
slechts een generatie eerder
gingen er, teveel, nog dood.
Mijn moeder deed iets,
wat in haar tijd nog ongewoon was,
ze scheidde en trouwde nog een keer.
Zij kreeg een kleiner kindertal, maar
zou er geen intermezzo zijn geweest,
dan waren het er misschien wel meer.
Ikzelf werd moeder in een tijd
dat ouders zelf konden bepalen
of er, en zo ja hoeveel kinderen
er kwamen. De opvoeding veranderde,
er kwam meer aandacht voor het kind
omdat het aantal drastisch minderde.
Mijn dochters werden, als veel vrouwen
in deze tijd, later in hun leven moeder.
Eerst studie en carrière en daarna pas …
een kind. Een toestand die
tot teleurstelling zou kunnen leiden, als er
medisch gezien niet zoveel mogelijk was.
Zo is er in iets meer dan honderd jaar
heel veel veranderd. Het gebeurt en
tegenstribbelen heeft totaal geen zin.
Voortgang is niet te stuiten, men onderzoekt
en wat de medische ontwikkeling betreft
staan we nog maar aan het begin.
Joke van der Ark
Nr. 852 – 16 mei 2018