Steeds het heden
Afgebakend in de ruimte
meetbaar slechts door tijd
soms traag, dan veel te snel
tijdelijk het tempo kwijt
zodat we moeten lossen, voorbij
voor we er erg in kregen
dat het niet zo nodig moest
het al zo zwaar niet hoefde wegen.
Nieuwsgierigheid en ongeduld
menselijk de zucht naar morgen
liefst hink stap sprong er overheen
naar wat in toekomst ligt verborgen,
daar willen we naar toe
zodoende dwaalt soms onze geest
af en aan naar het beleven
dat hoopvol komt of is geweest.
Al wat ons gegeven is
het groeien, bloeien in de tijd
doorleven van geluk, ontbering,
’s levens tegenstrijdigheid,
eb en vloed, de dag, de nacht,
het ritme der natuur,
ons leven van begin naar eind,
het hoe bepaalt de duur…
Tijd, abstracte vluchtigheid,
het moment, als steeds het heden,
laat wat je toegemeten krijgt
niet zo maar glippen naar het verleden.
Joke van der Ark
Nr. 246 – 16 augustus 1994