Ontwaken
Zwevend tussen waken en slapen
nog sluimerend in het niets,
diep, ver weg, bewust van iets
dat leven heet, het maken
van de dag, het roestig kraken
der minuten, uren, zelfs een fiets
die rammelt door de straat, voor niets
gekocht, doet mij niet ontwaken.
Lui, warm en rozig soezend
denk ik nu aan niets, niet het niets
dat mij steeds angst inboezemt,
dat ongrijpbare niets laat ik nu niet toe.
Ik heb niet de moed het aan te raken;
daarvoor ben ik te moe, veel te moe.
Joke van der Ark
Nr. 322 – juni 1997