Nijmegen 1909 – 1998
Één van de miljoen
Ik wilde het een keer proberen
een uitdaging, hou ik dat vol?
Normaal zoek ik geen drukte op
en zeker niet puur voor de lol.
’s Morgens vroeg al uit de veren
geen probleem, dat lukt me wel.
In de rij om te vertrekken
samen met het hele stel.
Luid aangemoedigd
door groepjes jonge mensen
die wakker nog, gesteund door bier
ons het allerbeste wensen.
Het weer werkt mee, de zon al wakker
kijkt vrolijk op de groepen neer
de tweede dag al denk ik,
dit doe ik volgend jaar niet meer.
In ieder dorp een blije stemming
het lijkt waarachtig carnaval.
Één lang lint van optimisten
beweegt zich over berg en dal.
De soldatentroepen denderen
en duwen je gewoon opzij.
Je probeert een stukje aan te sluiten
maar houdt dat op den duur niet bij.
De laatste dag is aangebroken
snel gaat het mij al lang niet meer.
Bij iedere stap die ik nu neerzet
doet mijn geblaarde voet mij zeer.
Toch maar even laten kijken;
ze staan er immers voor,
dankzij de mensen van het Rode Kruis
kan ik makkelijk weer door.
De laatste loodjes
wegen als gewoon het zwaarst.
Het zit erop!
Het was me al die moeite waard!
Joke van der Ark
Nr. 334 – juli 1998