Muziek
was er al voordat het zo werd genoemd.
Het eindeloze ritme van eb en vloed,
het zachte briesje dat de bladeren aan de bomen
deed ruisen, een storm die spleten en spelonken
deed suizen en niet te vergeten de donder
die steeds op een lichtflits volgde.
Al wat leefde bracht geluid voort. Het
melodieuze zingen van vogels, de roep van
een beest door de ander beantwoord of
overvleugeld en in de kiem soms gesmoord.
Alle dieren hadden hun eigen geluid:
harmonie of kakofonie het maakte niet uit.
De mensen ontdekten hoe ze al die geluiden
zelf konden maken. Ze gingen fluiten
op botten en riet, bespanden holle objecten
met huiden om daarop het ritme te slaan.
Zo zijn langzaamaan de instrumenten en
de muziek zoals wij die nu kennen, ontstaan.
Joke van der Ark
Nr. 1081 – oktober 2022