Zomaar ineens
We zijn een weekje weg,
mijn lief en ik.
Het is een mooie dag
en terwijl we van
het landschap genieten
vertel ik hem, dat het mij
doet denken aan de omgeving
waar ik lang geleden
vanuit de stad naartoe
verhuisd was.
Op de fiets trokken
we eropuit, twee meisjes en ik
om de boel te verkennen,
want alles was nieuw.
We fietsten over landwegen
en keken vol bewondering
naar de zeeën van koren.
Onderlangs een dijk
waren we benieuwd
wat daarachter te zien was.
Ze klommen omhoog
om even later rennend
naar beneden te komen.
Verbaasd roepend:
‘We zien allemaal beestjes,
schaapjes!’ Terwijl ik dit
aan het vertellen ben,
komt er een brok in mijn keel
en voel ik iets in mijn ogen
dat verdomd veel op tranen lijkt.
Getriggerd door de omgeving
en de herinnering aan die
hoge, blije kinderstemmen
was het er: het sentiment.
Zomaar ineens!
Joke van der Ark
1149 -