Nu ik dit weet
Het valt niet mee om
te vernemen dat mijn,
bij uitstek lievelingsbomen,
zo egoïstisch zijn om
een monocultuur te creëren.
*)Zij pakken al het licht weg
van andere bomen en
het humus van hun bladeren
is giftig voor elke soort,
behalve voor de beuken zelf.
Dit zorgt ervoor dat er
onder deze bomen geen
andersoortige kunnen groeien
en dat daardoor een beukenbos
zeldzaam en kwetsbaar is.
Net goed, zou ik willen zeggen,
maar dat ligt niet in mijn aard.
Wel vind ik het jammer, want
nu ik dit weet zal ik toch
anders gaan kijken naar
die mooie grote bomen met
hun rode bladeren die mij
altijd in vervoering brengen,
als ze beschenen door de zon
telkenmale veranderen van tint.
*)uitspraak van boswachter Arjan Postma
in het boek ‘Waarom werken we?’ van
Anna Lillioja
Verdere weetjes heb ik via google op het
internet gevonden.
Het kwam hard aan, de kennis
die ik opdeed. Het kon toch
niet zo wezen dat deze bomen
zulke slechteriken zijn.
Dat wilde er bij mij niet in.
Maar zelfs het door mij zo geliefde
rood is er door een foutje van de natuur,
want de kleurenpigmenten horen
te verdwijnen als de bladeren hun
bescherming niet meer nodig hebben.
Gelukkig kwam ik al zoekende
ook positieve dingen tegen.
Zo leveren ze met hun
aaneengesloten bladerdek een
immense hoeveelheid zuurstof
en komt het voor dat zich
daaronder een voorjaarsflora,
wilde hyacinten en bosanemonen
vestigt als de beuken op een
voedselrijke vochtige bodem staan.
De waarheid ligt als zo vaak
ook hier weer in het midden.
Eerst was ik teleurgesteld,
maar door mij te verdiepen in
het positieve heeft het zich hersteld
en is mijn liefde voor de rode
beukenbomen nog even groot.
Joke van der Ark
Nr. 1291 – 20 mei 2025