Mijn droef gemoed


In iedere vrouw herken ik haar,

die specifieke houding, dat gebaar…


Midden in de nacht verbeeld ik mij

dat ze aanwezig is en zij

gewoon hier naast mij ligt te slapen.

Hunkerend tast ik naar opzij…

Ver-dom-me!


Hoor ik de vogels nu al zingen.

Hevig moet ik me bedwingen

om het hen niet toe te schreeuwen.

Weten jullie het nog niet!

Zij was het die mij achterliet.


Zij komt nooit meer terug, nooit meer

zal ze jullie in de winter als het koud is

extra voedsel geven, een klein gemis.

Voor mij echter een niet te aanvaarden

werkelijkheid.


Straks als jullie weer een nestje bouwen

en de jasmijn te geuren staat,

zal het een jaar geleden zijn…



Joke van der Ark

Nr. 173 – februari 1992