Als woorden tranen huilen


Woorden bij elkaar gesprokkeld

verlaten langzaam nu mijn mond

hopend dat- wat mij op ’t hart drukt

eindelijk eens over komt.

Ik laat de lucht ze verder dragen

toch- komen ze als steeds niet aan

je bent alweer op weg naar elders

alsof mijn zorgen niet bestaan.


Jouw gedachten zijn al ginder

je lijf volgt steeds het verse spoor

’t is net of ik hier – in de ruimte –

de echo van mijn woorden hoor,

opgeweld uit diep verlangen

echt te delen wat ik voel,

dat je mijn gevoelens koestert

ontleden kan wat ik bedoel.


Mijn stille wrok wordt allengs dieper

dus houd ik kwaad mijn zinnen terug,

stik welhaast in de emoties

maar blijf naar buiten star en stug.

Ik zoek naar mijn verloren woorden,

vind hier en daar een enkele weer,

rest wordt als kruit dus vuurgevaarlijk

het hoopt zich op tot één verweer.


Explosief en onomkeerbaar,

hard en scherp komt het nu aan


-tranen – liefde – ogen – handen-


vatten onze liefde saam.



Joke van der Ark

Nr. 215 – november 1993