In het teken van de kreeft
Door ontwikkeling en groei
geknapt, verwonderd
over lef en durf,
als het ware overdonderd
door de kracht die
uit het niets te voorschijn stuit,
geschrokken, bukkend, tastend
naar de afgepelde huid.
Zij past niet meer
ik voel me naakt en week,
kwetsbaar, onbeschermd,
raak om het minst van streek,
trek me terug, -
totdat het mij beschermend schild
weer hard en stevig is,
-
Steeds langer schijnt het mij
tot ik me goed
verzekerd weet, weer
naar buiten treed met moed
die verder reikt dan waar
ik was gebleven.
Al snel knelt mij dat pantser weer,
te klein, te eng om in het leven.
Kwetsbaar in onze naaktheid
zo kan het niet steeds zijn,
we meten ons een houding aan,
schild tegen kwaad en pijn.
Joke van der Ark
Nr. 235 – 6 juli 1994