Een web door heel mijn kamer
Mijn gedachten slaan op hol
ik krijg ze node in bedwang.
Wordt het hen te zwaar?
Bereed ik hen te lang…?
Ze droegen mij terwijl
ik ze liet draven door het heden,
ze liet keren op hun schreden
op zoek naar het verleden
toen ik speelde met mijn poppen,
als een moeder voor ze was
of gelijk een strenge juf
les gaf aan mijn klas,
ze naar bed bracht,
zong totdat ze sliepen,
op mijn tenen wegliep
terugging als ze riepen.
Ik met de zwabber draaide,
keek met bewondering
hoe het kleinste deeltje kleurde
als het een straaltje licht opving.
Ik vrij en onbekommerd
wol tot dikke draden spon,
een web door heel mijn kamer
zo sterk-
Veel draden heb ik nog gesponnen
waarlangs ik mijn gedachten leid
tot ik moegestreden uitrust
op mijn eerste web in tijd.
Joke van der Ark
Nr. 242 – 21 juli 1994