Zomerliefde
Nog is het niet voorbij
ik zou het willen lengen,
smeken-
blijf me je warmte brengen.
Ik gaf me helemaal aan jou,
jij hield me steeds gevangen,
ik liet je maar begaan,
had méér niet te verlangen.
Ik weet dat ik je missen moet
straks komen donkere dagen
blijf-
wil ik je hierbij vragen.
Het heeft geen zin,
je bent je niet gewaar
van wat er in mij omgaat,
jij straalt en staat daar maar.
Straks doemen grijze massa’s op
die tussen ons inschuiven
en plagend uit de hoogte
naar beneden wuiven
zelfs hun tong uitsteken,
schichtig en heel snel
dan bulderend van het lachen
botsen met elkaar; het stel.
Jij kunt er niets aan doen,
telkens zijn het anderen,
ik leg me bij de situatie neer;
het is toch niet te veranderen.
Joke van der Ark
Nr. 247 – 20 augustus1994