Licht


Het vuur, gehaat en geliefd in de oudheid,

men kon en moest er van alles mee doen,

‘t gaf warmte en vreugde. Licht gaf het toen

bij donkere nachten en voor een gelegenheid,


zodat men bij het schijnsel onderscheid

kon maken en eten. Verder niets te doen

dan wachten in de omarming, de zoen

van de nacht die in zijn gulzigheid


steeds weer nieuw leven voortbracht.

De stem van de oudste sprak wijsheid.

De kracht van de jeugd lag in de macht


van het lichaam. Eenheid en waardigheid

worden nu in de schijn van het licht ontkracht

door kitsch, overdaad en geilheid.



Joke van der Ark

Nr. 386 – 15 december 2001