Het carillon
Klanken door de wind gedragen
zullen steeds op vast tijd
door de lucht worden verspreid
tot ze langzaam aan vervagen.
Uit het heden en verleden
Van ‘Grootvaders klok’ tot ‘Let it be’,
‘Jan Klaassen de Trompetter’ die
voor de prins nog heeft gestreden.
En nog meer van goud van oud,
wie kent er niet ‘Langs berg en dal’
en voor de ouderen vooral,
het ‘Zilveren draden tussen ’t goud’.
Af en toe een statig menuet
van Mozart of van ene Bach,
misschien zo om de andere dag
dat is toch zeker keurig net.
Voor hen die huwen gaan
de ‘Bruiloftsmars uit Lohengrin’
en voor ons aller Koningin
zal zeker het ‘Wilhelmus’ slaan.
‘Zie ginds de stoomboot’ met de Sint
en rond de Kerst worden we vast
op de aloude liederen vergast
rond de geboorte van het kind.
Het Carillon zal voor ons slaan
op de hele en de halve uren,
net geen minuutje zal het duren,
zeventien maal zal dat zo gaan.
Een mooi geschenk dit klokkenspel,
meestal zal het ons bekoren
wellicht een enkel keertje storen,
gulle gevers, dank je wel.
Joke van der Ark
Nr. E-
september 1991