Het goud van de Weteringsingel


De eerste zoekers heb ik al

voorbij zien trekken met

hun neuzen naar de grond,

een grote tas om het kleinood

na ’t ontdekken in te doen.

Enkelen hebben geen geduld

zij klimmen naar omhoog

en schudden net zolang totdat

ze, nog in groene bolster,

tuimelend naar beneden komen.


Als kind droomde ik wel eens

dat ik ze vond in ’t bos,

vele zakken vol, maar altijd

waren we te laat als we eens

een enkele keer kastanjes

gingen zoeken, nu liggen

ze bij tientallen in mijn

eigen straat, verspreid

onder de vele bomen, even mooi

maar lang niet zoveel waard.



Joke van der Ark

Nr. E-14 - eigen woonomgeving

september 1991