Kopje koffie

In de tijd dat er nog volop konijnen waren werd er veel gestroopt. De mensen hadden het niet zo breed en geld om vlees te kopen was er meestal al helemaal niet. Ook Jaap was niet te beroerd om te stropen om zo voor zijn gezin een stukje vlees op tafel te krijgen. Kees, de plaatselijke politieagent, hield hem dan ook scherp in de gaten.
Op een dag lag Kees in een droge sloot in de buurt van Jaap`s huis, vastbesloten om hem nu eindelijk is eens een keer te betrappen. Af en toe keek hij over de rand van de sloot om te zien of zijn slachtoffer er aan kwam, maar steeds was er niets te zien. Net toen hij het op wilde geven, zag hij hem zijn kant op komen. Kees dook naar beneden, maar Jaap kwam rechtstreeks op hem af. “Goedemorgen Kees, wil je misschien een bakkie koffie, dan kun je een beetje opwarmen?”
Stomverbaasd klom de agent uit de sloot. “Hoe wist je dat ik daar lag?”
“Je pet stak boven de rand van de sloot uit”, grinnikte Jaap en liep weer richting huis.



Uit het leven van een Zeeuwse fruitteler en tuinder.
Jaap de Glopper, Schouwen Duiveland, 4 januari 1919 / 5 januari 2007
Opgetekend door Tiny de Glopper. Bewerkt door Joke van der Ark