Pagina  6
Het was er stil en niemand liep voorbij.
Aan de buitenkant een appelgaard,
verscholen achter een dichte bomenrij.
Ik heb geen spijt; nu lijkt het wel een ansichtkaart,

mijn landgoed, mijn domein, waardoor ik mij
een jonkvrouw waan uit vervlogen tijd.
Het uitzicht wisselt per seizoen, het groen, de blauwe lucht
daarboven, de kleur van ’t water, maar dat was later.

Eerst was er nog het heiblok dat mij ’s morgens wakker riep.
Ik wist waar het vandaan kwam omdat ik
met de dag, terwijl ik heen en weer naar Dordrecht liep,
een nieuwe buurt ‘De Sandeling’, zag ontstaan.

Een rode beuk heb ik als poortwachter benoemd.
In zijn uppie houdt hij toezicht over wie
er komt en gaat en heus hij vindt het leuk
om constant uit te kijken over straat.

Aan zijn voet een fraai tapijt dat heerlijk
geurt en prachtig kleurt als de lavendel bloeit.
Net als ons dorp dat ieder jaar
weer anders wordt, ruimer en steeds fraaier,

gelijk een waaier die zich langzaamaan ontvouwt
over de Volgerlanden heen, waar fundament
wordt tot een huis, voort wordt gebouwd
aan nest en thuis, woning en appartement.

Ik kom er niet zo vaak, soms fiets ik er doorheen.
Toch heeft die wijk al zo zijn eigen fraais,
veel groen en water waar langs ‘De Jacobustocht’
begin dit jaar drie kunstwerken zijn onthuld.

De Sophiahal was er al snel, maar het park komt later.
Echter, nog voor de laatste stukjes van de bouwlocatie
waren ingevuld begon men, gelijk men bij een boom doet
om die tot volle bloei te laten komen,

de huizen in de oude kern van Oostendam te slopen om daarna
woningen te bouwen die passen in een moderne tijd.
Ik schudde u de hand toen u zo lang en tegelijkertijd
nog maar zo kort geleden uw ambt aanvaardde.

Straks zal ik dat weer doen omdat u af gaat treden.
In die vijftien jaar is er gesnoeid, er kwam en is verdwenen.
Een dorp dat bloeit verwelkomt het heden, maar koestert het verleden,
uiteindelijk gaat het allemaal voorbij, wat blijft voor u en mij

zijn de herinneringen.



Joke van der Ark
Nr. E-24 - eigen woonomgeving
november 2011