Naar de winkel
Jop mag met mama en Femke mee.
Ze gaan naar de winkel van tante Kee.
Mama koopt suiker, melk en eitjes;
ook iets lekkers voor hun beidjes.
Eerst naar de kassa, dan zijn ze klaar.
‘Kom,’ zegt mam, ‘we gaan maar weer.’
‘Dag tante Kee
tot de volgende keer.’