Een ijsje
Mama heeft boodschappen gedaan
en wil net naar huis toe gaan.
‘Hé, hoe gaat het nou met jou?’
Vraagt een aardige mevrouw.
‘Zullen we even koffie drinken?
En …, is dit jouw kleine meisje?’
‘Ja, dit is Femke en dat is Jop.’
‘Zij lusten vast een lekker ijsje.’