Bol en rond
Fleur let de volgende dag goed op,
zodat ze het elfje kan vertellen
wat ze heeft geleerd. ‘Jullie mogen om de beurt
een woordje noemen dat met een b begint,
want het is goed als je dat steeds repeteert.
Maar let op, de b lijkt heel veel op de w.
Zal ik jullie het verschil uitleggen?
Kijk maar naar mijn mond. Bij de w
heb je dunne wangen en bij de b
maak je ze bol en zijn ze rond.’