Een reus
Jeroen komt uit school
en als hij papa ziet staan,
roept hij: ‘Hoi pap! Zullen we
nu snel naar huis toe gaan?’
Papa lacht, hij vindt het fijn
om te zien dat Jeroen blij is.
Want voor hem is het toch
ook een hele gebeurtenis.
Als papa de deur opendoet
hoort Jeroen een vreemd geluid.
Zijn zusje huilt! ‘Ja,’ zegt hij dan,
‘dat heb je met zo’n kleine spruit.’
Papa lacht en zegt:
‘Kom nou maar, jij wijsneus.’
En dan … ziet Jeroen zijn zusje
en voelt hij zich een stoere reus.
Maar als hij dichterbij komt,
is hij verlegen en niet langer stoer.
‘Kijk Aukje,’ hoort hij mama zeggen,
‘dit is nou jouw grote broer!’