In de plooien van de tijd
De schoonheid van de jeugd
siert het jonge jaar, strak
en glad maar ò zo leeg.
Het deed geen deugd noch
bracht het leed zoals
het voorbije jaar dat deed.
Zo ook al die andere jaren die
opdoken uit het niets
om na die ene ronde
te worden opgenomen
in de plooien van de tijd.
Plooien die door ons
gekoesterd worden omdat
we al wat we doorleefden
daarin bewaren, logboek
van voorbije dagen,
zichtbaar door de rimpels
die we daarbij vergaarden.
Sporen van verdiensten die,
zo moeten we geloven,
ontsierend zouden zijn,
afbreuk doen aan de
persoonlijkheid die we
daardoor juist werden.
Welkom aan het nieuwe jaar,
jong en sterk, nog rimpelloos, klaar
voor de sprong in het ongewisse.
Langzaam zullen ze verschijnen,
de rimpels in de dag, van getob,
verdriet maar ook die van de lach,
gelukkig zijn dat hele fijne.
Joke van der Ark
Nr. 478 – november 2006