De trekker
Al jaren had Jaap hulp van zijn trouwe paard Nellie bij het werk op het land en in de boomgaard. Zijn “allee”, om Nellie aan de gang te krijgen en het “ho”, om haar te stoppen klonken dagelijks door Nieuw-Haamstede. Of het nu de boomgaard was die besproeid moest worden of dat er versgeplukte fruit naar de schuur moest worden gebracht, alles deden Jaap en Nellie samen. “Allee Nellie “, en daar ging het span weer. “Hu-ho Nellie” en Nellie stond stil.
Jaap ging zelfs op de rug van Nellie naar zijn ouders in Westenschouwen, natuurlijk over het vliegveld en door de duinen. Wel oppassen dat de boswachter het niet zag.
Maar de vooruitgang kon, ook op Schouwen, niet worden tegengehouden, dus moest Nellie plaats maken voor een trekker. De boomgaard moest worden besproeid, dus werd de sproeimachine achter de trekker gehangen, Jaap nam trots plaats achter het stuur en daar ging de combinatie. Bij de boomgaard aangekomen, klonk als vanouds het “Hu-ho…,” maar helaas, ondanks de vooruitgang had de trekker geen oren en voor hij het wist stond Jaap met trekker en al in een, gelukkig, droge sloot.