De ondankbare kat

Jaren geleden stonden er overal nog bunkers uit de tweede wereldoorlog. Zo ook op het land van Jaap. Sommige werden gebruikt als extra schuur of om de aardappelen in op te slaan.
Op een dag was de familie op het land bezig om aardappelen te rooien toen Jaap een vreemd geluid hoorde en op onderzoek uitging. Hoe dichter hij bij de grote bunker aan het eind van het aardappelland kwam hoe harder het geluid werd. Hij klom op de bunker en toen hij door het schoorsteengat keek zag hij een broodmagere kat. Zijn klagende gemiauw ging hem door merg en been. Het beestje was in de bunker gevallen en kon er op eigen kracht niet meer uit.
Jaap klauterde de bunker in waar het beestje dat op sterven na dood was zich makkelijk liet oppakken. Het diertje werd naar huis gebracht waar het wat water en een beetje eten kreeg. Ze wisten niet of hij het zou halen maar er werd besloten als dit wel zo was, dat de kat mocht blijven. De vorige kat was al weer een poosje dood en daarom konden ze wel een muizenvanger gebruiken.
Waarschijnlijk had de kat nog niet alle negen levens opgebruikt, want wonder boven wonder knapte hij op. Na een week of drie wilde hij wel weer eens naar buiten… Ze hebben hem nooit meer terug gezien.



Uit het leven van een Zeeuwse fruitteler en tuinder.
Jaap de Glopper, Schouwen Duiveland, 4 januari 1919 / 5 januari 2007
Opgetekend door Tiny de Glopper. Bewerkt door Joke van der Ark