Gepubliceerd in Libelle nr. 40 – 2012 in de rubriek ‘Meepraten?’
in ingekorte versie
Een glaasje wijn
Een wijntje op zijn tijd is lekker. Dat deed ik dan ook regelmatig. Niet één, niet twee, maar … toch wel een fles per dag. Nee, dronken werd ik er niet van. Meestal begon ik om een uur of vijf, daarna nog een glaasje want wij eten laat. Eentje bij de maaltijd. Daarna koffie. Dan heb je, als je laat naar bed gaat, nog heel wat tijd over om de resterende glaasjes te nuttigen. Natuurlijk wist ik ergens diep van binnen dat het niet goed is als je zoveel drinkt. Mijn man drinkt geen alcohol, heeft er ook geen behoefte aan. Hij mopperde wel eens en vond dat het best wat minder kon. “Ja, ja,” zei ik dan en probeerde te minderen. Maar al snel verviel ik weer in mijn oude gewoonte.
Toen raakte mijn heup versleten waardoor ik erg veel pijn had. Ik kreeg medicijnen met de waarschuwing dat ik op moest passen met alcohol. Door de combinatie van hevige pijn en medicijnen besloot ik tijdelijk helemaal te stoppen. Inmiddels heb ik al maanden een heupprothese en sinds kort ook een pacemaker. Beide ingrepen hadden niets met mijn drankgebruik te maken. Toch drink ik nog steeds geen druppel. “Ik heb het niet afgeschaft hoor!” roep ik almaar. Maar het idee, dat ik wellicht binnen de kortste keren weer terug ben bij af, als ik eenmaal een glaasje neem, weerhoudt mij ervan. Mijn man vindt het heel knap. “Maar het heeft helmaal geen moeite gekost,” zeg ik dan. Het is zelfs zo sterk dat ik kort geleden, na mijn verjaardag bijna een hele fles wijn overhad die ik aan een vriendin mee wilde geven. Dat vergat ik natuurlijk. Die fles hebben we dus, op mijn verzoek, ’s avonds bij haar afgeleverd. Kijk ik drink wel niet meer, maar een open fles witte wijn in de koelkast is me toch wel iets te verleidelijk. En weggooien? Nou nee dat vind ik ook wel zonde.
Joke van der Ark